Van reactief naar preventief?



Van reactief naar preventief

De laatste 3 miljoen jaar van menselijke evolutie was het klimaat en bijbehorende begroeiing en zeespiegelniveau uitzonderlijk veranderlijk. In één generatie konden abrupte en ingrijpende veranderingen optreden. Het instabiele karakter van klimaat en omgeving was eerder regel dan uitzondering. Bovendien werden de fluctuaties richting huidige tijd almaar groter (zie figuren 1, 2, 3 en 4).
Door de stormachtige ontwikkeling van de hersenen kon de mens als geen ander organisme snel, inventief en flexibel hierop inspelen. Abrupte veranderingen van klimaat en omgeving waren voor haar geen probleem meer. Zij kon zich door ingenieus gebruik van taal, vuur en gereedschappen overal ter wereld vestigen, van warme oerwouden tot barre ijsvlaktes.

Stabiliteit als referentie

In figuur 2 zien we dat het klimaat al 10.000 jaar stabiel en warm is.
Het begin van deze periode valt samen met de overgang van jagen-verzamelen naar landbouw, waarbij de mens een rondtrekkend bestaan inwisselde voor vaste woonplekken in dorpen en steden.
De mens ging het stabiele klimaat, begroeiing en zeespiegelniveau als normaal beschouwen in plaats van uitzonderlijk. Ze raakte eraan gewend en ging veranderingen ervaren als uitzonderlijk en stressvol. Het verleden leert ons echter dat veranderingen bij het leven horen, net als de dood, en dat stabiliteit juist een grote uitzondering is.
Ook het feit dat de mens in deze periode op vaste plekken woonde versterkte de aversie tegen veranderingen. Voorheen konden jagers-verzamelaars bij droogte, veranderende begroeiing of zeespiegelstijging gewoon verder trekken, voor de op één plek vastzittende boeren was dit moeilijker.
Dat de mens vanuit egocentrische overlevingsimpulsen meer waarde hecht aan de korte termijn dan de lange termijn helpt niet mee.
Vandaar dat zij vaak pas in actie komt als een probleem zich daadwerkelijk aandient, zoals droogte en overstromingen. Lange termijn voorspellingen maken over het algemeen minder indruk.

Geluk bij ongeluk?

Zou het feit dat we verwend en star zijn geworden door het warme bed van stabiliteit en allergisch zijn geraakt voor veranderingen in ons voordeel kunnen werken, dat we overgaan van reactieve naar preventieve acties? De wereldwijde samenwerking om het gat in de ozonlaag te dichten geeft vertrouwen.
Of zal de mens een korte termijn dier blijven en pas putten gaan dempen als de kalveren al zijn verdronken?


Figuur 1: Klimaatsveranderingen in de afgelopen 5 miljoen jaar
Sinds 2,5 miljoen jaar kennen we een afwisseling van ijstijden (blauw) en warmere tijden (rood), vanaf 1 miljoen jaar geleden werden de ijstijden strenger en duurden langer. De overgang naar landbouw circa 10.000 jaar geleden valt samen met de start van de warme tijd (oftewel interglaciaal) waarin we nu leven, helemaal linksboven in beeld.
Resultaten aan de hand van diepzeesedimenten (Tiedemann et al., 1994).

Figuur 2: Klimaatsveranderingen in de afgelopen 500.000 jaar
Links de afwisseling van ijstijden (glacialen) en warme tijden (interglacialen) gedurende de afgelopen 500.000 jaar en rechts temperatuurschommelingen gedurende de laatste ijstijd. Juist in deze ijstijdperiode met heftige temperatuurverschillen zette de Homo Sapiens vanuit Afrika voet aan wal in Europa.
Resultaten aan de hand van ijsboringen in Antartica (links; Gorens, 2018) en Groenland (rechts; Meijs, 2011). 

Figuur 3: Zeespiegelveranderingen in de afgelopen 5 miljoen jaar
Door het steeds intenser worden van de ijstijden, waarbij water werd vastgelegd in ijs, kon de zeespiegel in ijstijden tot wel 125 meter lager liggen dan in de warme tijd waarin we nu leven (Hansen et al., 2013).



Figuur 4: Begroeiing en land-water verdeling in ijstijden (lichtgeel: woestijn)
In het midden van de laatste ijstijd leefden in West-Europa zowel Neanderthalers als moderne mensen tot vlak bij de ijskap (de Noordzee was destijds door de lagere zeespiegel drooggevallen en Engeland over land bereikbaar). Kuddedieren domineerden de toendra’s, bos-steppes, savannes en grassteppes. De grote ijskap van Antartica is op deze kaart niet weergegeven (Imbrie en Palmer, 2020).

 

Reacties