De zoektocht naar kennis


De zoektocht naar kennis

Jager-verzamelaar clans waren voor hun overleving afhankelijk van kennis hoe het best hun omgeving te gebruiken. Kennis zoals wanneer welke planten en vruchten eetbaar waren, wanneer overstromingen plaatsvonden, hoe je moest omgaan met ziektes, waar drinkbaar water en geneeskrachtige kruiden waren te vinden, hoe de goden gunstig te stemmen, over jachttechnieken en het maken van werktuigen en vuur. Door het ontbreken van schrift werd de kennis van generatie op generatie mondeling doorgegeven, dit was cruciaal voor hun voortbestaan. De ontwikkeling van taal en een groter geheugen kwamen hierbij goed van pas.

Kennisdeling

Net zoals in het dierenrijk hadden jager-verzamelaars een sterke individuele overlevings- en voortplantingsdrang, in feite het begin van egocentrisch denken en handelen. We zien dat egoïsme als het ware is verankerd in ieder levend individu, maar dat deze universele eigenschap in de organisatie van jager-verzamelaar gemeenschappen via een ingewikkeld patroon van egalitaire waarden en normen is uitgebannen. Het egalitaire groepsdenken zorgde voor minder spanningen en meer overlevingskansen en bleek uiteindelijk in alle jager-verzamelaar gemeenschappen van cruciaal belang voor hun voortbestaan. Individuele clanleden konden beter in de jacht zijn dan anderen, konden betere werktuigen maken, of wisten groeiplekken van geneeskrachtige kruiden beter te vinden. Maar voor het voortbestaan van de groep als geheel was het belangrijk dat deze kennis met iedereen werd gedeeld, net zoals alles werd gedeeld. In feite was het voor de overleving van de soort een vorm van risicospreiding. Bij het wegvallen van clanleden moesten de overblijvers het hele scala aan kennis en werkzaamheden kunnen overnemen.
De prijs hiervoor was een sterk ontwikkeld etnocentrisme, vreemdelingenhaat en racisme, met als paradigma “wat goed is voor mijn groep, is goed voor mij”.
Binnen de groep was men empathisch, vriendelijk en behulpzaam, buiten de groep agressief, ongevoelig en buitensluitend.

Holistische kennis

Door het ontwikkelde (zelf)bewustzijn was er bij de mens sprake van twee soorten kennis, verifieerbare kennis (wetenschap) en spirituele kennis (geloof). 
Beide soorten kennis staan in het teken van overleven en bieden zekerheid aan het bestaan. Het zoeken naar deze vormen van kennis (en dus naar bestaanszekerheid) vormt naast voortplantingsdrang een van de belangrijkste drijfveren van de mens.

Jager-verzamelaars organiseerden hun zoektocht naar verifieerbare kennis in de brede context van de clan, iedereen kon z’n steentje bijdragen. Nieuwe kennis (uitvindingen) maakten het leven gemakkelijker, losten problemen op of waren het resultaat van nieuwsgierigheid of toeval. De uitvindingen werden door clanleden op hun bruikbaarheid getest en al dan niet goed bevonden. Het behoorde tot de holistische “way of life”. Vrijwel alle uitvindingen die de mens in het verleden deed waren gebaseerd op vier principes, met minder energie meer bereiken, oplossingen bedenken voor problemen, verwondering en toeval. Vandaag de dag is dat nog steeds zo, denk aan de ontdekking van melkmachines, robots, riolering, hemellichamen en penicilline.

Kennis als verdienmodel

De gedeelde kennis was bij jager-verzamelaars universeel van karakter, iedereen beschikte ongeveer over dezelfde kennis, met weinig onderlinge specialisatie. Een uitzondering hierop vormden de sjamanen die in de egalitaire jager-verzamelaar gemeenschappen al vrij snel een aparte positie wisten te bemachtigen. De zelf bedachte spirituele kennis werd voor het eerst in de geschiedenis omgezet in macht. Groepsleden werden voor hun spirituele rituelen, gebruiken en behoeften afhankelijk van hen, het principe van "kennis is macht" was geboren.   
Bij de overgang naar hiërarchische, op privébezit gebaseerde landbouwsamenlevingen, werd kennis gecombineerd met arbeid de basis voor een individueel verdienmodel.

Wetenschap

Tegenwoordig wordt de zoektocht naar meer kennis (en nieuwe horizonten) vormgegeven door de wetenschap, niet beoefend door iedereen, maar door ’n select publiek dat zich alleen met wetenschap bezighoudt. Niet alleen gespecialiseerd in de wetenschap op zich, maar gespecialiseerd in één van de honderden wetenschappelijke sub disciplines. Het is verworden tot een ware bedrijfstak.
De nieuwe kennis en uitvindingen, die in het begin nog vooronderstellingen heten, worden getest door collega-wetenschappers uit de hele wereld.
Zo lang de ontdekking verifieerbaar en reproduceerbaar is en op basis van wetenschappelijke criteria niet kan worden weerlegd, wordt hij voor waar aangenomen, de geboorte van een nieuwe werkelijkheid.

De principes blijven hetzelfde als vroeger bij de jager-verzamelaars, alleen gebeurt alles nu in een sterk gespecialiseerde context.
Van een holistische overlevingskennis naar een sterk gespecialiseerde wetenschap, waarin alles wordt onderverdeeld in hokjes, kennis die voor niet-wetenschappers vaak niet meer te bevatten is. De mens als sterk gespecialiseerde hokjes-denker.

Publieke kennis

Door de in grote delen van de wereld ingezette secularisering krijgt de zoektocht naar nieuwe spirituele kennis steeds meer betekenis. Vanwege het principe dat spirituele kennis per definitie niet verifieerbaar is, gaat dit helaas vaak samen met bijgeloof en complot- en samenzweringstheorieën. Niet de wetenschap, maar de publieke opinie bepaalt of we hier te maken hebben met nieuwe algemeen aanvaarde werkelijkheden.

Reacties